Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Wettelijke grondslag

Het weerstandsvermogen is de relatie tussen:

  • De weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover VRHM beschikt of kan beschikken om nietbegrote kosten te dekken;
  • Alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.

Bron: BBV (art. 11)

Uitgangspunten van beleid

Risicomanagement is er binnen VRHM op gericht de schadelijke gevolgen van in kaart gebrachte risico’s zo veel mogelijk te voorkomen of te beperken. Dit kan door het vermijden van het risico (opheffen van de oorzaak), het verminderen van de impact van het risico (terugbrengen netto verwachte omvang en/of terugbrengen waarschijnlijkheid) of het overdragen van het risico (bijvoorbeeld door te verzekeren).

Het beleid is om te werken met een structureel sluitende exploitatiebegroting en de bestemmingsreserves in te zetten waarvoor zij zijn ingesteld. In de bestemmingsreserves is geen ‘vrij besteedbare ruimte’ opgenomen die benut kan worden indien een risico manifest zou worden.

De algemene reserve kent geen geoormerkte bestanddelen en is daarmee geheel inzetbaar voor het afdekken van de financiële consequenties van risico’s. Bij het vaststellen van de Nota reserves 2012-2015 is voor de Algemene reserve een ondergrens bepaald van € 0,6 miljoen en een bovengrens van € 1,5 miljoen. Deze norm komt volgens de nieuwe waardering uit op ruim voldoende.

Weerstandsnorm

Ambitieniveau

De aan de Gemeenschappelijke Regeling deelnemende gemeenten staan er garant voor dat VRHM te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan de verplichtingen te kunnen voldoen (art. 51 GR VRHM). Daarmee is het weerstandsvermogen in principe altijd 100%. Maar VRHM heeft hierin ook een eigen verantwoordelijkheid en acht het vanuit normale bedrijfsvoering onwenselijk om telkens als zich een onverwachte tegenvaller voordoet, de deelnemende gemeenten aan te moeten spreken om financieel bij te springen.

Daarom kiezen wij ervoor, zelf een zekere weerstandscapaciteit op te bouwen die afdoende dient te zijn om (de belangrijkste) onvoorziene tegenvallers op te kunnen vangen.

Relevante ontwikkelingen

De Veiligheidsdirectie van VRHM en het directieteam van BHM staan voor de huidige beleidsplanperiode (VRHM 2016-2019 c.q. BHM 2016-2018) opnieuw voor de uitdaging om een goed beeld te vormen over de mate waarin VRHM de risico’s op het gebied van de interne beheersing van de organisatie onder controle heeft.

Dit is ook een doelstelling van het Korpsbeleidsplan BHM 2016-2018 ‘We werken meer risicogericht. We kennen daarom de risico’s binnen ons korps. We duiden de risico’s, zodat ze de basis vormen voor ons verdere handelen’.

Het directieteam van BHM heeft daarom in de vergadering van 26 april 2016 besloten tot het uitvoeren van een risico inventarisatie- en analyse (risico’s identificeren, waarderen, prioriteren en voorstellen voor beheersingsmaatregelen) op het gebied van de interne beheersing van de organisatie van VRHM.

De uitkomsten (risico’s) daarvan zijn vertaald in deze paragraaf. Het benodigd weerstandsvermogen is nog niet gebaseerd op de financieel gekwantificeerde risico’s maar is input voor de actualisatie van de Nota Reserves voor de periode 2017-2018. Deze Nota zal voor de nieuwe beleidsplanperiode 2019-2023 van BHM worden geüpdatet en dient mede aan te sluiten op het nieuw vast te stellen kostenniveau en daarmee samenhangende (bedrijfsvoerings)risico’s voor de periode 2019-2023.

Financiële consequenties van de actualisatie van de Nota Reserves voor de periode 2017-2018 voor het benodigd niveau van de Algemene Reserve en Bestemmingsreserves zullen met een begrotingswijziging 2017 in het najaar van 2017 ter vaststelling worden aangeboden.

Beleidsnotities

- Ministeriële Regeling (Kerngegevens)
- Nota Reserves 2012-2015

Risicobeheersing

VRHM heeft diverse verzekeringspolissen afgesloten voor aansprakelijkheid, ongevallen personeel, schade aan opstallen, inventarissen en materieel. VRHM voldoet hiervoor premie en kent per schade een beperkt eigen risico.

Als de verwachte impact van het risico naar verhouding erg klein is, kan er ook voor gekozen worden om het risico te accepteren. Als dat risico zich dan voordoet, draagt VRHM de gevolgen zelf. Daar waar VRHM een risico heeft verzekerd, maakt dit geen onderdeel meer uit van het vraagstuk rond het weerstandsvermogen. Immers het financieel risico is afgedekt en bij een derde, een verzekeringsmaatschappij, belegd.

Prestatieverloop

Grafriek over de ratio weerstandsvermogen. Verdere uitleg staat in de directvolgende alinea.

Bovenstaande grafiek toont de ratio weerstandvermogen. Het gaat om een ratio van 2,29 in 2016, 1,49 in 2017 en 2018, 1,45 in 2019 en 1,48 in 2020 en 2021.

Voor 2018 ligt de ratio weerstandsvermogen op 1,49. Dit is ruim voldoende volgens de eerder gepresenteerde classificatie om onze risico’s mee af te dekken.

Het weerstandsvermogen van het achter ons liggende boekjaar laat een afwijking zien ten opzichte van de andere jaren. Dit komt omdat wij het jaarrekeningresultaat meenemen in de oordeelsvorming over de reservepositie. Afhankelijk van de besluitvorming bij de programmabegroting wordt het kengetal meer in lijn gebracht met het meerjarig beeld die wij hebben van de risico’s.

Benodigde Weerstandscapaciteit

Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie wordt toegepast omdat het reserveren van het maximale geïnventariseerde risico bedrag (€ 4,9 mln.) ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden.

Resultaat risicosimulatie

Uit de tabel volgt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met € 0,9 miljoen. Dit beeld houden wij vast voor onze financiële meerjarige positie.

Netto risico´s

Beschikbare Weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit van VRHM bestaat geheel uit middelen die de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico’s in financiële zin af te dekken.

Beschikbare Weestandscapaciteit

Risico’s

Om de risico’s van VRHM in kaart te brengen is in samenwerking met de stafdiensten een risicoprofiel opgesteld. Dit risicoprofiel is tot stand gekomen met behulp van workshops waarbij gebruik is gemaakt van een softwareprogramma waarmee risico's systematisch in kaart kunnen worden gebracht en beoordeeld. Uit de inventarisatie zijn in totaal 83 risico's in beeld gebracht. In onderstaand overzicht wordt alleen het aantal risico's gepresenteerd met de hoogste bijdrage aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit met een maximum van 10. Risico´s

Risico´s

Financiële kengetallen

Onderstaande kengetallen zijn voor een goed inzicht in de houdbaarheid van de financiën van verplicht gesteld. Deze gegevens moeten in verband worden gezien met de geprognosticeerde balans.

Financiële kerngetallen

De kengetallen laten vooral het effect van de toename van de langlopende leningen zien. Het beeld dat uit de grafische voorstellingen ontstaat, is dat VRHM de komende jaren financiële druk zal ervaren, maar deze negatieve trend is goed beheersbaar en herstel treedt al binnen het meerjarenperspectief op.

De schuldquote stijgt vooral in 2017 en 2019 door investeringen in Mobiliteit en de Werkomgeving en door de afname van ons eigen vermogen in de komende jaren als gevolg van het sluitend maken van de programmabegroting.

Grafiek over de Netto Schuldquote. Verdere uitleg staat in de volgende alinea.

Bovenstaande grafiek toont de netto schuldquote. Het gaat hierbij om 34% in 2016, 45% in 2017, 44% in 2018, 56% in 2019, 44% in 2020 en 34% in 2021.

De solvabiliteitsratio (de ‘leencapaciteit’ oftewel de verhouding tussen eigen vermogen en totaal vermogen) daalt tot en met 2019 gestaag tot 12%. Na de grote investeringen buigt de trend weer naar voor onze begroting normale waarden.

Grafiek over de solvabiliteitsratio. Verdere uitleg staat in de directvolgende alinea.

Bovenstaande grafiek toont de solvabiliteitsratio. Het gaat om 23% in 2016, 18% in 2017, 15% in 2018, 12% in 2019, 14% in 2020 en 18% in 2021.

Grafiek over de structurele exploitatieruimte. Verdere uitleg staat in de directvolgende alinea.

Bovenstaande grafiek toont de structurele exploitatieruimte. Het gaat om 0,0% in 2016, -1,7% in 2017, -0,9% in 2018, -0,6% in 2019, en -0,4% in 2020 en 2021.

De structurele exploitatieruimte blijft nog enige jaren licht negatief als gevolg van de dekking van incidentele lasten vanuit de reserves. Naarmate deze dekking afneemt, neemt het exploitatietekort af.