In de paragraaf financiering wordt ingegaan op de wijze waarop VRHM inhoud geeft aan het Financieel Statuut. De doelstelling van de treasuryfunctie is als volgt geformuleerd:
- het beheersen van de financiële risico’s zoals renterisico’s, liquiditeitenrisico’s en kredietrisico’s;
- het continu verzorgen van voldoende liquiditeit voor de organisatie;
- het minimaliseren van de rentekosten en het maximaliseren van de renteopbrengsten
Bron: BBV (art. 13)
Het Financieel Statuut vormt het kader voor het uitvoeren van de treasuryfunctie onder de voorwaarden:
Kortlopende geldleningen kunnen tegen een lager rentepercentage worden aangetrokken dan langlopende geldleningen. Het streven is om, tot het maximum van de kasgeldlimiet, de behoefte met kortlopende leningen in te vullen.
- Handreiking Treasury (Ministerie BzK, 2015)
- Notitie Rente (Cie. BBV, juli 2016)
- Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden
- Financieel Statuut VRHM
Renterisicobeheer op schulden omvat het beperken van de invloed van rentewijzigingen op de financiële resultaten van VRHM.
Kasgeldlimiet
Om het renterisico van schulden (rentetypische looptijd korter dan 1 jaar) te beperken heeft de wetgever bepaald dat maximaal 8,2% van het begrotingstotaal per 1 januari van het dienstjaar kort geleend mag worden. De korte rente kan namelijk grote afwijkingen hebben binnen een jaar. Voor gemeenten is dit percentage ruimer bepaald (8,5%). In de onderstaande tabel is de limiet voor VRHM in meerjarig perspectief geplaatst.
Renterisiconorm
Het renterisico aangaande de renterisiconorm gaat over de contractuele renteherzieningen en de aflossingen op de vaste schuld (looptijd vanaf 1 jaar). Uit de tabel blijkt dat wij in de laatste jaarschijf van de meerjarenraming buiten het wettelijk kader (20%) uitkomen. Dit monitoren wij blijvend en indien deze overschrijding dan stand houdt, passen wij de investeringsplanning aan.
Uit onderstaande tabel blijkt de stand van onze leningenportefeuille en welke prijs wij door de jaren heen hiervoor betalen. Vooral de grote investering in de kazerne Leiden Noord is zichtbaar en ook het effect van een eventuele rentestijging vanaf 2019. Na 2020 daalt de leningenportefeuille weer naar voor onze organisatie normale waarden.
In onderstaand overzicht laten wij zien wat onze financieringsbehoefte is. De financieringsbehoefte wordt zichtbaar wanneer op het totaal aan activa op enig moment in de cyclus de aangegane leningen, de nog aan te trekken leningen en de eigen financieringsmiddelen in mindering worden gebracht.
De behoefte aan inzicht in de kosten op de taakvelden en de behoefte om de wijze van verantwoorden van rente in de begroting en jaarrekening te harmoniseren, hebben er derhalve toe geleid dat in het wijzigingsbesluit BBV is opgenomen, dat de rentekosten aan de desbetreffende taakvelden moeten worden toegerekend met behulp van een (rente)omslag. Omdat de onderlinge vergelijking het uitgangspunt is voor de aanpassingen van het BBV, is hier sprake van een verplichting.
In het hierna volgende schema is uiteen gezet hoe de rentetoerekening in VRHM is vormgegeven, namelijk in de meest simpele vorm. Er is geen sprake van projectfinanciering of grondexploitaties; wij lenen geen geld om vervolgens weer door te lenen; wij berekenen geen rente aan onze reserves en voorzieningen; wij mogen volgens ons financieel statuut niet handelen in afgeleide financiële producten en we zetten alleen overtollige middelen uit bij de Schatkist in het kader van het schatkistbankieren. Al met al belasten wij alle rente door via een omslagrentepercentage naar de taakvelden.