Een samenwerkingsverband op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Wet publieke gezondheid en de Wet veiligheidsregio’s. Negentien gemeenten en de hulpverleningsdiensten werken in de veiligheidsregio nauw samen aan de taken op het gebied van brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening en handhaving van openbare orde en veiligheid.
Een samenwerkingsverband op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Wet publieke gezondheid en de Wet veiligheidsregio’s. Negentien gemeenten en de hulpverleningsdiensten werken in de veiligheidsregio nauw samen aan de taken op het gebied van brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening en handhaving van openbare orde en veiligheid.
VRHM is een regio met een eigen karakter. Er wonen meer dan 770.000 mensen en de regio telt circa 390.000 gebouwen. De noordkant van het gebied is dichter bevolkt en bebouwd dan de zuidkant. De helft van het aantal inwoners woont op een kwart van het grondgebied: het stedelijk gebied rondom Leiden, inclusief de Duin- en Bollenstreek. Vooral in de zomermaanden is er een extra toestroom van toeristen naar de kustgemeenten.
In de rest van de regio, een overwegend waterrijk en landelijk gebied (het Groene Hart), bevinden zich twee stedelijke gebieden: rondom Alphen aan den Rijn en Gouda.
De aandachtsgebieden voor brandrisico’s in de VRHM zijn de monumentale binnensteden van Gouda, Leiden en Schoonhoven. Het duin- en bosgebied in de gemeenten Katwijk en Noordwijk is dunbevolkt, maar wordt wel vanwege het recreatieve gebruik aangemerkt als een bijzonder brandrisico, in het bijzonder in perioden van droogte. De Groene Harttunnel in het tracé van de Hogesnelheidslijn is een bijzonder object vanwege de ondergrondse ligging en de beperkte vluchtmogelijkheden in geval van calamiteiten in de tunnel.
Onze kernactiviteit is het bevorderen van een veilige samenleving. Samen met onze crisispartners spannen wij ons hiervoor in. Hierin hebben we een (niet vrijblijvende) regiefunctie. De basis voor crisisbeheersing is overzicht en inzicht in risico’s die in de veiligheidsregio kunnen plaatsvinden. Aangezien rampen en crises zich niet laten voorspellen, bereiden we ons voor op het bestrijden van alle mogelijke incidenten die zich in de regio kunnen voordoen. We zijn een netwerk-organisatie maar ook een kennisorganisatie die leert van incidenten, zowel binnen als buiten de regio. Onze missie is het bevorderen van de multidisciplinaire voorbereiding en uitvoering van crisisbeheersing in de regio. Daarom moeten wij de veiligheidsrisico’s in de regio goed kennen. Met onze crisispartners bereiden wij ons hier gezamenlijk op voor, zodat de bestuurlijke en operationele crisisorganisatie slagvaardig opereert.
Het liefst hebben we dat we rampen, branden en andere incidenten kunnen voorkomen. Als ze zich toch voordoen willen we de gevolgen zoveel mogelijk kunnen beperken. Daarom worden we in een vroeg stadium betrokken bij grote infrastructurele projecten, zoals de verbreding van een snelweg of de aanleg van een randweg. Hierdoor kunnen we meedenken om risico's voor burgers zo klein mogelijk te houden.
Het is belangrijk dat we snel en goed kunnen reageren op vele soorten veiligheidsrisico’s zoals ordeverstoringen, overstromingen, treinongevallen en terrorisme, infectieziekten en uitval van nutsvoorzieningen. Om op deze bedreigingen te kunnen inspelen, moeten we nauw samenwerken met andere overheidsinstanties, het bedrijfsleven en de burger.
De risico's in onze regio hebben we in kaart gebracht in het Regionaal Risicoprofiel. Dit geeft de risico's aan waarop we ons al voldoende hebben voorbereid en de risico's waarop we ons nog beter willen voorbereiden. Er is daarbij gekeken naar de kans dat een risico kan voorkomen en de impact die het risico heeft.
Hoewel we zoveel mogelijk rampen en incidenten willen voorkomen, zullen we ons er toch op moeten voorbereiden voor het geval ze optreden. Daarom maken we afspraken met partners, stellen plannen op om incidenten te bestrijden en zorgen ervoor dat hulpverleners goed voorbereid zijn op rampen en crises. Hiervoor leiden we onze mensen op, we trainen ze en we oefenen met ze. Vooraf is bepaald welke functionaris over welke informatie moet beschikken en hoe deze informatie het beste beschikbaar kan worden gemaakt. Ook de manier waarop we naar de burgers communiceren bij grootschalige incidenten is van tevoren vastgelegd.
Hoewel een brand moet worden geblust en slachtoffers altijd moeten worden geholpen, kan de aard van het incident of de locatie waar het incident plaatsvindt, wel verschillen. Voor die gevallen stellen we plannen op, waarin beschreven is hoe het incident het beste kan worden bestreden. Vooraf hebben we dan al nagedacht over knelpunten en zijn oplossingen uitgewerkt. Hulpverleners die een taak hebben in de rampenbestrijding en crisisbeheersing moeten voor die taak worden opgeleid, getraind en geoefend. Het gaat hierbij vooral om grootschalig optreden. De brandweer weet wel hoe een brand te blussen, een ambulanceverpleegkundige weet hoe een slachtoffer het beste te behandelen en een politieagent weet hoe het verkeer te regelen. Maar bij grote incidenten speelt coördinatie, afstemming en samenwerking met hulpverleners van andere diensten een grote rol. De hulpverleners worden hierin getraind. Actuele en betrouwbare informatie is bij de bestrijding van rampen en crises van groot belang.
Met goed informatiemanagement zorgen we ervoor dat de juiste informatie op de juiste plek op het juiste moment is.
Wij zijn 24 uur per dag 7 dagen in week beschikbaar voor de bestrijding van rampen en crises. En zodra deze zich voordoen zijn onze hulpverleners binnen de afgesproken tijd op de plaats van het incident. De hulpverlening ter plaatse wordt gecoördineerd vanuit het Commando Plaats Incident. In het Regionaal Coördinatie Centrum wordt de hulpverlening op afstand gecoördineerd door het Regionaal Operationeel Team. In het gemeentehuis behandelt het Beleidsteam bestuurlijke vraagstukken.
Wij hebben voor het bestrijden van rampen en crises een Regionaal Crisisplan opgesteld. In het Regionaal Crisisplan zijn de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de hulpverleningsdiensten vastgelegd voor de bestrijding van rampen en crises. Het doel van het Regionaal Crisisplan is de samenwerking van brandweer, politie, GHOR en gemeenten bij het bestrijden van rampen en crises te verbeteren. Elke vier jaar actualiseren wij dit plan.
We leggen steeds meer het accent op het bevorderen van veiligheid en minder op het voorkomen van onveiligheid. We bereiken dit met heldere regels, beïnvloeding van gedrag en het verhogen van het veiligheidsbewustzijn van burgers, bedrijven en medewerkers. Daartoe moeten we steeds beter de risico’s in onze regio kennen. We werken daarom steeds meer risicogericht.
Van ons wordt verwacht dat we nauw samenwerken met onze partners en dat we daarbij gebruik maken van betrouwbare en moderne informatiesystemen. Daarom werken we meer informatiegestuurd. Ons doel is steeds de juiste informatie op het juiste moment bij de juiste persoon te brengen.
Maar van onze burgers verwachten we ook wat. We helpen ze meer verantwoordelijkheid te nemen en een actieve bijdrage te leveren aan hun eigen veiligheid. Samen met gemeenten en omgevingsdiensten stimuleren we de zelfredzaamheid van onze burgers. Hiervoor ontwikkelen we nieuwe producten op het gebied van risicobeheersing.
Soms passen onze traditionele werkwijzen niet meer bij problemen en uitdagingen van deze tijd. Ook komt het voor dat de grenzen bereikt zijn van wat bijvoorbeeld de brandweer aankan. In die gevallen gaan we aan de slag met nieuwe technologieën, nieuwe bluswijzen en nieuw materieel. Dit speelt bijvoorbeeld op het gebied van bluswatervoorzieningen, waar de komende jaren veranderingen plaatsvinden die van grote invloed zijn op ons werk. We ontwikkelen hiervoor samen met gemeenten en betrokken partners een (kosten)efficiënte invulling.
We zijn een relatief jonge organisatie en we komen van een situatie van een groot aantal losse (brandweer)organisaties naar één grote organisatie. Dat was voor iedereen wennen en aanpassen. Nu we de basis op orde hebben, verbeteren we ook op kantoor onze werkwijzen. Zo versterken we het projectmatig werken waardoor we efficiënter met geld, tijd en energie kunnen omgaan. Maar waar projecten eenmalige verbeteringen van onze organisatie betreffen, verbeteren we ook onze dagelijkse (going concern) samenwerking. We professionaliseren ook ons procesmatig samenwerken.
Al met al veel nieuwe ontwikkelingen en plannen, dus we gaan een uitdagende toekomst tegemoet!