Hoofdenoverleg

Hoofdenoverleg

Hoofdenoverleg

Hoofdenoverleg

Het Hoofdenoverleg is verantwoordelijk voor de producten die vanuit de werkgroepen aan de Veiligheidsdirectie worden voorgelegd en de bewaker van het multidisciplinaire karakter ervan.

Leden

Zowel de politie, GHOR, gemeenten, Gemeenschappelijke Meldkamer (GMK) en brandweer zijn vertegenwoordigd in het Hoofdenoverleg. De kolommen bepalen zelf wie hun vertegenwoordiger is, onder de voorwaarde dat deze vertegenwoordiger gemandateerd is om binnen de eigen kolom beslissingen te nemen over de benodigde middelen voor de werkgroepen (op basis van het vastgestelde werkplan). Het Hoofdenoverleg wordt ondersteund door de afdeling Strategie en Beleid VRHM. De manager Strategie en Beleid is technisch voorzitter van het Hoofdenoverleg.

P.J.F. Kessels, afdelingsmanager Strategie en Beleid VRHM
R.W. Stoffer, plv. hoofd DROS Politie Eenheid Den Haag
B. den Exter-Zeilstra, senior beleidsmedewerker Bureau Gemeentelijke Crisisbeheersing
E. van der Reijd, strategisch adviseur, GHORHM
H. Bergsma, manager Crisisbeheersing VRHM

Taken

Het Hoofdenoverleg is op tactisch niveau de ambtelijke verbinding tussen de Veiligheidsdirectie en de multidisciplinaire werkgroepen. Het Hoofdenoverleg is verantwoordelijk voor de coördinatie van en regie op de totstandkoming van integrale en multidisciplinaire adviezen, de inzet van multidisciplinaire middelen, de ontwikkeling/vertaling van beleid op relevante multidisciplinaire thema's en de voorbereiding en bewaking van het besluitvormingsproces, inclusief de implementatie, monitoring en borging van genomen besluiten.

Het Hoofdenoverleg geeft sturing aan de verschillende multidisciplinaire werkgroepen die binnen de Veiligheidsregio Hollands Midden actief zijn. Het Hoofdenoverleg moet ervoor zorgen dat de werkgroepen hun inhoudelijke werkzaamheden goed en tijdig kunnen doen en heeft de taak helderheid te verschaffen over de benodigde monodisciplinaire capaciteit (in kwantitatieve en kwalitatieve zin), zodat de leden van het Hoofdenoverleg hun monodisciplinaire kolommen tijdig en adequaat kunnen bedienen en de noodzakelijke besluitvormingstrajecten kunnen (laten) doorlopen.